Wol termonologie
De termonologie die gebruikt wordt bij het beschrijven van de wol en de bewerking ervan kan verwarrend zijn. Daar om hieronder een korte uitleg van termen en hun Engelse vertaling. De vertaling staat tussen haakjes weergegeven.
Wol en vilten
De meeste wol die gebruikt wordt om te vilten komt van schapen. Maar ook wol van bijvoorbeeld kamelen, geiten, hond, kat en konijnen kan gebruikt worden. Hoe makkelijk een wol vervilt hangt van verschillende aspecten af. Deze verschilt per dier en per soort. Hoe goed een wol vervilt hangt onder andere af van het soort, zijn leeftijd, zijn voeding en de conditie van het dier.
De meest gebruikte schapenwol is Merinowol. Deze van oorsprong Spaanse wol levert een fijne scheerwol. Maar ook andere wolsoorten zijn zeer geschikt om te vilten en zijn volop verkrijgbaar, zoals Wensleydale en Gotland. Maar let op, niet alle wol vervilt even makkelijk.
Schapen en hun geschiedenis
Schapen hebben oorspronkelijk haar en heel korte wol. Dit beschermde tegen de kou. De schapen waren ook zelfruiend. Rond 600 voor Christus is men schapen gaan fokken op wol, kleur en fijnheid. De gangbare kenmerken die de huidige schapen nu hebben. waren al 3000 jaar voor Chrisus aanwezig. De Romeinen hebben de witte rassen geintroduceerd in Engeland, en de eerste wol industrie is daar opgezet rond 50 na Christus.
Wolvezels - haarvezels - Kemp
Bij wol wordt er onderscheid gemaakt tussen wolvezels, haarvezels en kemp.
De wolvezels kan je onderverdelen in echte wolvezels met een kern van keratine en wolvezels met aan de uiteinde een kern van merg. De wolvezels hebben crimp. Crimp zijn golven die elasticiteit geven aan de wol. De wolvezels hebben schubben.
De haarvezels hebben helemaal een kern van merg. De vezels zijn gladder, rechter dan de wolvezels en zijn niet elastisch. De vezels zijn daarom grover en sterker dan de wolvezels. De haarvezels hebben gladde schubben en vilten moeilijk.
En de kemp zijn korte brosse vezels die niet vast zit aan de huid van het dier maar wordt afgestoten. Kemp is geen haar!
De vachten van de dieren worden onderverdeeld in enkele vacht, dubbele vacht en gemengde vacht. Een enkele vacht is een vacht bestaande uit pure wolvezels. Een Dubbele vacht heeft een ondervacht met wolvezels en een bovenvacht met langere haarvezels. Bij een gemengde vacht zijn de haarvezels en de wolvezels van ongeveer dezelfde lengte.
De wol wordt bij de verwerking van stro en andere vervuiling ontdaan en vervolgens gewassen. De wol is er in zijn natuurlijke kleur verkrijgbaar, maar ook in alle kleuren van de regenboog.
Een Goltland, een Merino en een Wensleydale.
Ruwe wol (fleece)
Dit is het vlies zoals het bestaat wanneer het net van het schaap is geschoren. Het zal vies zijn en een beetje stinken.Let op het kopen van ruwe wol dat de wol net te erg vervuild is met stro. De wol kan gewassen worden en je kan het zelf kaarden met een kaardmolen of een handkaarder.
Wol in vlies / Kaardvlies (batt)
De wol is gekaard. Bij het kaarden blijven de wolvezels in veel verschillende richtingen liggen, wat ideaal is voor naaldvilten, natvilten en handspinnen. Het vlies wat zo ontstaan is kan enorm zijn als ze worden bereid op een industriële machine of kleiner als ze worden bereid op een kaardmolen of handkaarders. Eigenschap van Wol in vlies: over het algemeen korte vezels, vezels liggen door elkaar en vormen een luchtig geheel in de vorm van een lap.Wol in vlies is goed te gebruiken voor natvilten, naaldvilten en spinnen.
Wol in vlies in lontgetrokken (roving / slivers)
De wol ziet er uit als lontwol maar bestaat uit kaardvlies (korte vezels - liggen doorelkaar) die in een lont zijn getrokken. Deze vezels zijn heel fijn om mee te naaldvilten. Je kan er mee wikkelen en makkelijk gebruiken om te prikken.
Lontwol (tops)
De wol is gekaard waarbij de vezels allemaal parallel naast elkaar komen te liggen. Lontwol kan meters lang zijn. Eigenschappen van Lontwol: over het algemeen langere vezels, vezels liggen naast elkaar en zijn gekamd net als je haar. Lontwol is goed te gebruiken voor natvilten, naaldvilten (wikkelen en maken van langere haren) en spinnen.
Naaldvlies
Naaldvlies iseen dunne lap wol die door middel een bewerking met vele viltnaalden in de fabriek is verwerkt tot een dun vlies. Het wordt ook wel voorvilt genoemd. Het naaldvlies kan je knippe en verder vervilten in zowel natvilt- als naaldviltprojecten.
100% Wolvilt
Wolvilt is een lap van 100%wol die door machines gepuncht wordt tot een sterke lap. Je kunt deze wolviltlappen verwerken tot onder meer popjes en beestjes. De wolviltlapjes kan je niet verder vilten, het kan niet meer krimpen / rekken. Het is wel heel geschikt als basis van 2D naaldvilt schilderijtjes. Er zij ook goedkopere varianten vilt verkrijgbaar. Deze zijn deels of geheel synthetische. Deze rekken veel meer en zijn ook grover.
Lanoline
Lanoline is de wasachtige / vettige substantie die aan de basis van de wolvezel wordt afgescheiden om de schapen waterdicht te maken en tegen weersinvloeden te beschermen. Als je op een koude, natte dag je vingers in de vacht van een schaap steekt, zul je merken dat het onder het schaap warm en droog is. Lanoline kan met warm zeepachtig water van het vlies worden verwijderd. Sommige schapenrassen zijn van nature ‘vetter’ dan andere.
Vezellengte (Staple)
De vezellengte geeft aan hoelang de gemiddelde vezellengte van een schapenras kan zijn. Bijvoorbeeld de vezellengte van een Teeswater-vezel kan bijvoorbeeld wel 35 cm bedragen, terwijl een Hill Radnor-vlies slechts 12 cm kan bereiken.
Potloodllont (pencil roving)
Lontwol maar in potlooddikte.
Microncount
De microncount van wol geeft de zachtheid van wol weer. De wolwoldikte van 1 micron komt overeen met 0.000 001 meter. Hoe lager deze microncount, hoe zachter de wol is. Ga er vanuit dat wol met een microncount onder de 21micron niet irriteert en makkelijk op de huid gedragen kan worden. Wol met een micron onder de 21wordt fijne wol genoemd. Deze wol is heel zacht en zeer geschikt om op je huid te dragen en kan dus goed gebruikt worden voor kleding en sieraden. De wol tussen de 222en 39 micron wordt ook wel grove wol genoemd en wol boven de 40 micron is zeer grove wol.
Merinoschapen
De Merino is vanuit Perzië, via het Middellandse Zeegebied en Noord-Afrika, in Spanje terechtgekomen. Het Merinoschaap is het belangrijkste schapenras ter wereld. In de dertiende eeuw nam de Spaanse koninklijke familie de leiding over de kuddes schapen. Nergens ter wereld waren er schapen met zo'n goede en fijne kwaliteit wol. De Spaanse koningen wilden dit monopolie behouden; er stond zelfs de doodstraf op het illegaal exporteren van Merino's! Om betrekkingen met verschillende landen - zoals Frankrijk - te verbeteren werden Merinoschapen geschonken. De Merino is vervolgens buiten Europa verspreid, het eerst in Zuid-Afrika en daarna over de hele wereld, o.a. Australië en Nieuw-Zeeland.
Kaarden
De wol wordt na het scheren eerst gewassen. Daarna wordt de wol gekaard. Dat is het ontwarren van de vezels. Dit gebeurt met een handkaarder, ook wel wolkam genaamd. Een kaarder is een plank met stalen punten die aan het uiteinde een beetje omgebogen zijn. Hiermee wordt het grofste vuil uit de wol verwijderd en de wolvezels komen in een richting te liggen. Aangezien het kaarden met de hand best zwaar werk is, kan je ook kaarden met een kaardemolen (handmatig of elektrisch). Maar je kan natuurlijk ook gekaarde wol kopen. Deze wol is dan machinaal gekaard.
Closeup van een handkaarder.
Verven met wol
De wol kan ongeverfd gebruikt worden, maar kan ook geverfd worden. Wol kan met plantaardige verfstoffen geverfd worden. Vroeger gebruikte men hier de term sprookjeswo voor. Je moet dan eerst de wol beitsen. Hierdoor gaan de schubben van de wolvezels openstaan waardoor de verf zich beter zal hechten. Daarna kan je bijvoorbeeld met natuurlijke materialen zoals bijvoorbeeld met uienschillen of zevenblad de wol verven. Uiteraard kan je ook chemische geverfde wol gebruiken. De geverfde wol die verkocht wordt in de webshop van Viltorama is chemisch geverfd en voldoet aan het keurmerk “OEKO-TEX®.
De STANDARD 100 van OEKO-TEX®
Deze norm werd in 1992 werd geïntroduceerd, is een wereldwijde standaard waarmee stoffen en vezels worden getest en beoordeeld dat ze vrij zijn van schadelijke niveaus van meer dan 100 stoffen waarvan bekend is dat ze schadelijk zijn voor de menselijke gezondheid. Wanneer de wol het label “OEKO-TEX® gecertificeerd” draagt, betekent dit dat het volledig vrij is van schadelijke chemicaliën en dat het veilig is voor mensen.
Mulesing
De wol die verkocht wordt in de webshop komt grotendeels van buiten Nederland. Het grootste gedeelte van de wolproductie in de wereld gaat naar grote ververijen en spinnerijen van textielgarens. Slechts een klein gedeelte wordt gebruikt voor bv hobby’s zoals vilten.
Voor wat betreft de diervriendelijkheid van de wol kunnen we het volgende in het algemeen zeggen. In het warme Australië lopen de schapen kans op een pijnlijke en dodelijke infectie door vliegen (myiasis). Om dit te voorkomen worden de diepe huidplooien aan het achterwerk van het schaap verwijderd. Deze pijnlijke behandeling, die soms onverdoofd wordt uitgevoerd wordt Mulesing genoemd. Lang niet alle schapenhouders gebruiken deze methode. Hij is sinds sinds 2010 in Australië “op vrijwillige basis verboden”. Voor zover is na te gaan is de wol in de webshop Mulesing-free.
In Nieuw-Zeeland is Mulesing sinds 2018 wettelijk verboden. Er staan zware boetes op overtreding van het verbod. In praktijk werd Mulesing in dit land de laatste jaren al bijna niet meer toegepast.
Door het koelere klimaat is Mulesing in Zuid-Amerika niet gangbaar. De kwaliteit is ook uitstekend, hoewel de fijnheid achterblijft bij wat Australische merino’s soms produceren.
Natvilten
Als je wilt natvilten dan gebruik je water, zeep en beweging om er voor te zorgen dat de vezels van de wol gaan samenklitten. Door het water gaan de schubben van de wolvezels open staan en door de beweging zorg je er voor dat de schubben in elkaar haken. Tijdens het natvilten gebruiken we een alkalische zeep, bijvoorbeeld olijfzeep. Deze helpt bij het vervilten van de wol en door de zeep kunnen je handen makkelijk over het werkstuk glijden. Door het in elkaar haken van de wol zal het werkstuk krimpen. Dit is meestal rond de 30%.
Droogvilten
Bij het droogvilten maak je gebruik van een viltnaald. Deze naald heeft aan het uiteinde weerhaakjes. Door lootrecht in de wol te prikken kan je de wol aan elkaar vast zetten. Hoe meer weerhaakjes en hoe vaker geprikt, hoe steviger de wol aan elkaar komt te zitten.
Wolschilderen
Bij wolschilderen werk je met vezels (grotendeels wol). Je vilt de vezels niet vast maar fixeert ze tussen een harde ondergrond en glas.
Wolvilten
Bij wolvilten wordt gebruik gemaakt van viltlapjes die in de fabriek gemaakt zijn. Het is stevig vilt, maar valt ook soepel. Natuurlijk kan je zelf ook eerst lapjes vilten. Met behulp van pijpenragers en eventueel houten kralen kan je vele figuren maken. Vaak wordt voor de afwerking van de haren van de figuren weer gekrulde wol gebuikt.
Winkelwagen
Mijn account
Inloggen
Wachtwoord vergeten?
Geen account?
Met een account kun je sneller bestellen en heb je een overzicht van je eerdere bestellingen.
Account aanmaken